Op zoek naar de  loorn

door Dona Ferentes 


Deel I: Verbannen uit Saga

Hoofdstuk 12: Verborgen bedoelingen

11

Twee Rigaren draaiden allebei Elvins armen op zijn rug en schopten vervolgens zijn benen onder hem uit. Even leek het alsof zijn armen uit de kom zouden schieten, toen lieten ze hem zakken. De pijn was verschrikkelijk. Elvin had even nodig zich die pijn eigen te maken, tot hij bij hem hoorde en hem niet langer hinderde. Met opeengeklemde tanden keek hij toe hoe de krijgers Rorin los lieten. Die ging niet naar jonkvrouw Marente (wie de tranen over de wangen liepen), maar rende op Elvin toe en knielde hijgend en hikkend bij hem neer.
`Elvin, waarom deed je dat nou? Nu gaan ze je gebruiken en daarna maken ze je dood! Weet je wat ze doen? Ze maken een ketel olie heet en gooien je erin. Ik heb het gezien. Ze...’ Een van de soldaten pakte Rorin bij zijn nekvel en gooide hem aan de kant. Een ander doorzocht met snelle vingers Elvins kleren, rukte ze hem daarna van het lijf en tastte Elvins leden af.
`Blijf bij Marente!’ Elvin had nog net tijd om dat te roepen, toen werd hij opgetild als een zak tarwe en over een zweterige schouder gegooid. Het stonk; een bijtende, felle geur...
`Laat dat!’ Marente was te paard gestegen; ze liet het steigeren en reed op de Rigaarse horde in. `Laat hem gaan! Hij hoort bij mij!’ Ze stak twee vingers in haar mond en floot. Even later kwam haar geleide aan galopperen, dolken flitsten. Even waren de krijgers uit Riga in verwarring. Toen brandde het gevecht los.
Maar hoe dapper de begeleiders van de jonkvrouw ook vochten, hoe verbeten ze ook op hun tegenstanders inhakten, die schenen onkwetsbaar. Een wapenknecht stak zijn dolk tot het heft in een Rigaarse schouder, trok het bloedend terug... maar nog terwijl het bloed dik en traag langs het mes droop, sloot zich de wond en zwaaide de soldaat zijn degen alsof er niets gebeurd was. En er was nog iets anders dat Elvin verbaasde. Hij had de krijgsschare zien oefenen op de vlakte bij Sol, en daarbij hadden ze elegante gevechtstechnieken laten zien met flitsende trapbewegingen, draaien en slagen sneller dan het oog. Daarbij vergeleken waren de schoppen en klappen die deze troep uitdeelde log en onhandig.
Er werd aan zijn mouw getrokken, met ongeduldige rukjes. Elvin keek opzij en zag Rorin weer naast hem zitten, gehurkt, maar klaar om weg te springen. Toen pas merkte hij dat de Rigaren hem in de hitte van de strijd hadden losgelaten en vergeten waren.
`Kom nou mee!’
`De jonkvrouw!’ wierp Elvin tegen. `Zij...’ Toen zag hij dat de praatgrage Marente net zo gretig was in de strijd. Ze liet haar paard steigeren en bokken en vertrapte de voetsoldaten waar ze maar kon. Ze had een weitas van haar zadelknop genomen en mepte ermee in het rond. Elvin moest er bijna om lachen.
Rorin bleef aan zijn mouw rukken en eindelijk liet Elvin zich overhalen. Ze verdwenen, over de greppel en de steenwal, dwars door een korenveld, over een boerenpad tot een beek die langs een bosrand stroomde. Ze glibberden langs de oever totdat ze met hun voeten in het water tot stilstand kwamen. Rorin wilde alweer verder hollen, het bos in, maar Elvin hield hem tegen.
`Niet voordat ik zeker weet dat de jonkvrouw in veiligheid is!’ zei hij.
`Maar zij wacht tot wνj veilig zijn, snap je dat niet!’ zei Rorin dringend. `Dan is ze toch zσ weg op haar paard, met haar mannen!’ Hij had gelijk, besefte Elvin. Als ze hier bleven en zich lieten vangen, had Marente haar leven voor niets in de waagschaal gesteld.
Maar op dat moment vingen zijn scherpe oren het geluid op waar hij op wachtte: hoefgeklepper op de weg. En een triomfantelijke kreet van jonkvrouw Marente: `Zijn jullie nou mαnnen!’ Haar gelach stierf weg met het hoefgetrappel. Verder bleef het stil. Elvin wilde langs de oever omhoog klauteren om poolshoogte te nemen, maar Rorin zei: `Laat maar. Krijgers vind je daar niet meer. Misschien spelende kinderen. Of floorn. Of slakken. Geen krijgers.’


volgende pagina | vorige pagina | inhoud | landkaart

wordt vervolgd !


Geef uw commentaar hier:


ontwerp website: Omvision