Op zoek naar de  loorn

door Dona Ferentes 


Deel I: Verbannen uit Saga

Hoofdstuk 10: De Zonnekoning

4

`Rorin’, zei hij. `Rorin Elzenbeen, met genoegen.’ Het klonk zo onverwacht plechtig, dat Elvin in de lach schoot. Toen verontschuldigde hij zich.
`Het spijt me Rorin Elzenbeen, ik wilde je niet uitlachen. Zo, je kunt dus al spreken. Hoe oud ben je, vijf, zes winters?’
`Zeven’, zei Rorin, een klein beetje verontwaardigd. `En ik luisterde altíjd naar het verzamelsein. Ik had alleen... ik lette alleen... Nou ja, de bramen waren rijp en ik was vroeg opgestaan omdat het sap dan nog zo lekker koud is. En toen kwamen ze. Misschien was er een noodsein maar ik heb het niet gehoord. Ze wilden een volwassen floorn maar ze vonden alleen mij... Toen ik tevoorschijn kwam was iedereen weg. Iedereen van ons bedoel ik. Zíj waren er nog wel. En ze pakten mij.’
`En wie’, begon Elvin voorzichtig, want het kind praatte onsamenhangend en hij wilde het niet nog meer in de war brengen, `nee, dat weet je misschien niet. Waren het mensen? Of...?’
`Mensen’, knikte Rorin. `En ze stopten me in een kist en ze namen me mee op een kar en het duurde zó lang. En ik mocht er niet uit, ook niet om te eten of even om me heen te ruiken. Ik hoorde alleen de wielen van de kar en de stenen die weg spatten en soms, als we stilstonden, vogels. En ik hoorde ze praten, maar ik kon niet alles verstaan. Toen werd ik verkocht, ik weet niet aan wie, maar zijn darmen zijn ‘s nachts nogal lawaaierig. En... maar kunnen we nu weggaan? Hij komt straks terug.’
`Eén ding tegelijk’, zei Elvin. `Hier, je kunt naast me komen zitten, dan raak je weer een beetje op krachten.’ Het kleintje kroop tegen hem aan en Elvin liet wat van zijn levenskracht (die hij zelf ook nog maar pas herwonnen had) over stromen. `Ik zou wel graag nog meer weten. Waarom pakten ze - wie het dan ook waren - een floorn om hem daarna te laten versterven?’
`Voor de koning’, zei Rorin. `De koning wou een floorn hebben.’
`Koning Solaris?’ vroeg Elvin verbaasd. Op grond van de verhalen die hij had gehoord, leek hem dat geen lichtzinnige heerser, geen losbol die een floorn als speeltje erop na zou willen houden.
`Zo heette hij niet, geloof ik... Hij woont in het zuiden, want daar gingen we eerst naar toe. We kwamen heel hoog, de lucht werd heel dun en heel koud, maar toen mochten ze niet verder want ze hadden geen passen of zoiets. Maar van de grenswachters kregen ze te horen dat hij hierheen zou komen, en toen verkochten ze me, en toen ging hij wachten tot hij kwam.’
`De man die je kocht wachtte tot de koning kwam? Dat moet dan koning Oswel zijn, de vorst van Saga.’ Verbaasd schudde Elvin zijn hoofd. Wat wilde Oswel de Eerste toch met floorn? Eerst verbande hij Elvin, om hem te kunnen volgen op zijn weg naar zijn volk. En hij was kennelijk bereid te betalen voor een willekeurig buitgemaakt floornekind...
`Verkochten ze je aan een van de grenswachters?’ vroeg Elvin. Zelf had hij er geen gezien. Hij moest de grenspost gemist hebben toen hij onder de berg door kroop.
`Nee...’ zei Rorin aarzelend. `Ik geloof van niet. Het was heel druk bij de grens, er kletsten er een heleboel door elkaar, meest mensen, maar ook een paar aardmannen geloof ik, en er kwam een hele zooi zwampfeeksen voorbij die zo kakelden dat ik haast niks kon verstaan. Mijn kist werd van de kar bovenop een koets gelegd - hij kukelde er bijna af! Later keuvelde hij met eh... een kerel die zijn kroes vult en de kruik in zijn ledikant legt en zijn kleren afborstelt...’
`Zijn bediende.’
`O... Nou, en toen zei hij dat hij vandaag bij op het paleis ontboden was voor een... een onderhoud en dat hij rijk zou worden omdat die andere koning mij hebben wil, maar hij wilde het eerst bij deze proberen... Kunnen we nu alsjeblieft gaan? Alsjeblieft?’


volgende pagina | vorige pagina | inhoud | landkaart

wordt vervolgd !


Geef uw commentaar hier:


ontwerp website: Omvision