Op zoek naar de  loorn

door Dona Ferentes 


Deel I: Verbannen uit Saga

Hoofdstuk 14: De derde bron

8

Airam zweeg om een slok wijn te nemen en een paddenstoel op te knabbelen; haar toehoorders konden nauwelijks wachten op het vervolg.
`De bedienden vertellen mij dat de voerlieden die het marmer bezorgden, soortgelijke gruwelverhalen meebrachten. Bakerpraatjes, zeggen sommigen, overgeleverd uit de dagen van Dagaris, die faalde in zijn taak en daarom maar een griezelgeschiedenis verzon. Maar anderen weten wel beter. De familie van Zodiac... Nee, eerst dit: Dagaris stierf kinderloos op Orion, de heerlijkheid van zijn vrouw Marmara. Na haar dood echter werd er op het landgoed Zodiac een kist bezorgd, met daarin Dagaris’ nalatenschap, wat dolken en sieraden en aandenkens aan zijn vele reizen. Ook drie geschriften waren erbij, opgesteld in de oude taal van Bergamon die alleen geleerden nog kennen. Niemand besteedde er veel aandacht aan, tot ze door een volgende heer van Zodiac, die belangstelling had voor historie, werden ontcijferd.’
`Mijn grootvader’, viel jonkvrouw Marente in. `De vader van mijn moeder.’ Airam keek haar aan met een licht verwijt. Haastig verbeterde Marente: `En natuurlijk Airams vader.’
Verbaasd keek Elvin van de een naar de ander. Was Airam een tante van Marente van Lier? Waarom bekleedde ze dan zo’n nederige positie, op een heerlijkheid ver van huis?
`Op Zodiac’, hernam Airam alsof Marente niets gezegd had, `doen die verhalen sindsdien dienst als tijdverdrijf op de lange winteravonden en om ondeugende kinderen schrik aan te jagen. Ook hier op Orion, dat immers zo dicht bij de Pikonpas ligt, wordt ervan gesproken. Maar alleen ik en mijn broer, en mijn zuster toen ze nog leefde, kennen de werkelijke inhoud van de geschriften van Dagaris.’
`Je schiet niet erg op, vrouwmens’, bromde Werefried, die anderen nooit zoveel spreektijd gunde als hij zelf placht te nemen.
Airam staarde naar de zoldering; het vervolg van haar relaas klonk alsof ze het opzei: `In de derde spelonk een bezwavelde atmosfeer, een dikke, gele rook als uit de neusgaten van een kwade draak, die onze metgezellen ontstelde en op de vlucht deed slaan. Garris, heer van Sirrah en ikzelve togen onverveerd voort, in de richting van de oorsprong van de stank, maar voor we haar bereikten sloeg een stenenregen ons van de voet; Garris raakte bedolven. Na vele glazen hem bevrijd hebbende vervolgde ik alleen mijn weg naar de vierde spelonk, die mij aangaapte als een muil met gepiekte tanden van onder en boven, onwelriekend en rokend. Ik waagde het een stok tussen die stenen tanden te steken, die versplinterde zonder dat we de muil hadden zien dichtklappen, zó snel was het geschied.
Ik keerde naar mijn metgezel terug zonder de vierde spelonk te hebben onderzocht. Een gang van slechts twee voet hoogte bracht ons in een vijfde spelonk, waar goud in de wanden glinsterde bij het licht onzer toortsen; onderzoek wees uit dat het slechts feeëngoud betrof. Enkele glazen waren weer verstreken en onze toortsen doofden. De duisternis was niet totaal, maar rossig verlicht als door een smidsvuur. Wij ontdekten een kleine grot waaraan die flakkering ontsproot , en gingen er binnen. Een krater gaapte aan onze voeten, en Garris, deze te laat bemerkt hebbende, stortte in de diepte. Voor mijn onstelde ogen spuwde het gat hem een ogenblik later weer uit, en hij, drijvend op een zuil van gloeiend gesteente, dansend op een fontein van vloeibaar vuur en omringd door schimmige kwelgeesten, krijste als een zot. Ik wist hem te grijpen en zo werd hij gered, tot mijn schrik en afgrijzen zonder een enkele brandwond of kwetsuur.
Ik nam hem op mijn schouders en dwaalde dagenlang door duistere gangen en langs glibberige paden, bevolkt door kwaadaardige wezens van allerlei slag, tot ik eindelijk het daglicht weer aanschouwde. Samen met de knechts verborg ik ijlings de toegang onder rotsblokken opdat de kwelgeesten niet zouden ontkomen en geen mens deze onheilsplek nog zou betreden.’


volgende pagina | vorige pagina | inhoud | landkaart

wordt vervolgd !


Geef uw commentaar hier:


ontwerp website: Omvision