Op zoek naar de  loorn

door Dona Ferentes 


Deel I: Verbannen uit Saga

Hoofdstuk 11: De Grote Samenkomst

8

De rest van de dag bleef hij een onbehaaglijk gevoel houden. De gesprekken met deze floorn deden hem denken aan het gebazel van Galdin. Ontwijkend, vol toespelingen, en nooit helemaal eerlijk. Ook bleek hij er niet in te slagen de achterliggende gevoelens op te vangen. In de gesprekken van de floorn mocht de toon dan luchtig zijn en de woorden vluchtig, die woorden deden er minder toe omdat ze van elkaar aanvoelden wat ze bedoelden; gevoelens en drijfveren werden vrijelijk gedeeld. Maar met de floorn van deze kloon had Elvin dat niet; het was alsof ze hem doelbewust buitensloten. Waren zij net als hij te lang onder mensen geweest om nog openhartig te zijn? Of was er iets anders aan de hand?
‘s Nachts, veilig op een tak in een van de berkenbomen, bleef Rorin opnieuw onrustig. Hij viel laat in slaap en toen hij eenmaal sliep, droomde hij zó dat hij spartelde en om zich heen sloeg en bijna van zijn tak viel. Elvin schudde hem wakker.
`Ze pakken me!’ brabbelde Rorin slaapdronken. `Ze willen me vangen, en jou ook! Pas op, we moeten oppassen...’ Hij sliep weer in. Maar Elvin kon de slaap nu niet meer vatten. Rorin was vermoedelijk nog steeds niet van zijn vrees bekomen voor de mensen die hem wilden vangen; de angst van de groenling was maar ten dele gegrond. Toch had zijn onrust zich aan Elvin meegedeeld, en zodra de dageraad zich aandiende, verliet hij het kamp op zoek naar de Ziener.
Hij vond hem in zijn huis, precies hetzelfde huis dat hij voor het laatst in de heuvels ten noorden van Spor had gezien, maar nu hier in de heuvels van Wega verrezen. Hij was bezig met het ontbijt en noodde Elvin zijn potje havermoutpap met hem te delen. Intussen praatte hij op zijn onsamenhangende manier tegen hem aan.
`Ik ben bang dat ze niet op tijd zal komen’, zei hij, `ze hoopt misschien op een grootse intrede aan het eind van de Grote Samenkomst, maar intussen gaat Aza lekkertjes haar gang. Het is nog maar een geluk dat ik je evenbeeld zolang veilig in Orion heb opgeborgen. Anders had je nu de hele meute op je nek, daar zorgt mevrouw Stokebrand wel voor. Hoewel ik me afvraag of ik haar niet juist in de kaart speel...’
`Ziener’, viel Elvin hem in de rede, `Kunt ge me nu niet eens eindelijk klare wijn schenken? Ik kamp met te veel vijanden: ik ben ontheemd, ik lijd aan geheugenverlies, mensenkoningen willen me vangen en gebruiken voor hun eigen doeleinden... Ik zou er werkelijk geen bezwaar tegen hebben als iemand me eens gewoon zei waar het op stond. Als gij instemt met de missie die ik naar uw zeggen heb en als ge dus genegen bent me te beschermen, zou het dan niet handig zijn om me duidelijk te maken wat de gevaren zijn?’
De Ziener tilde zijn kom op, slurpte de laatste pap eruit, stond op om het vuur op te rakelen en er een ketel boven te hangen, blies wat stof en strootjes van zijn mantel naast de deur, pakte de bezem die daar stond en begon doelloos het vuil over de vloer in het rond te vegen. Ten slotte, toen Elvin al dacht dat er van hem niets meer te verwachten viel, knikte de Ziener.
`Goed dan’, zei hij. `Al twijfel ik eraan of het bevredigen van jouw nieuwsgierigheid zo’n gunstige uitwerking zal hebben op de loop van de geschiedenis.’
`Ik heb met de geschiedenis niets te maken!’ riep Elvin. `Het enige waar ik naar verlang is een rustig leven, met dagen vol vlinderdans en bijenzang, met avonden van goede verhalen en wat muziek en samenspraak. Leven van dag tot dag, zonder zorgen, zonder angst. Me bezighouden met floornzaken, simpel en eenvoudig, in plaats van almaar bang te moeten zijn voor de oorlogen van de mensen!’
`Daar gaat het juist om’, zei de Ziener treurig. Hij leunde op zijn bezem. `De mensen laten jullie floorn niet met rust. Ze zullen jullie tot de randen van de aarde achtervolgen om jullie je geheim af te pakken.’


volgende pagina | vorige pagina | inhoud | landkaart

wordt vervolgd !


Geef uw commentaar hier:


ontwerp website: Omvision