Op zoek naar de  loorn

door Dona Ferentes 


Deel I: Verbannen uit Saga

Hoofdstuk 5: Een vergeten vete

3

Toen werd hij zich bewust van een geluid dat er al een tijd geweest moest zijn. Een gerucht, een soort gebrom, van grote afstand. Van dichterbij zou het misschien klinken als het gedonder van een waterval. En een spoor van geroezemoes, maar zachter, zodat het een fluisteren werd van vele stemmen tegelijk.
'Hoor je dat?' vroeg hij aan Taris. De man in het blauw keek vermoeid op. Stof en zweet hadden zijn gezicht zwart gestreept.
'Wat dan?' vroeg hij.
Het was waar dat het gehoor van een floorn scherper was dan dat van Mensen. Maar Elvin zou toch gedacht hebben dat hij het zich verbeeldde, als niet ook Flux haar oren bewoog, in een poging het geluid op te vangen dat te ver weg was om echt gehoord te worden.
'Niets, vergeet het maar', zei Elvin. Maar hij bleef luisteren. Omdat ze zich juist op een top bevonden, kon hij ver uitkijken. Het zóu een waterval kunnen zijn, maar dan een die zich van een hoge bergwand stortte, en de hellingen hier waren niet hoger dan heuvels. Een marktplein in een reusachtig grote stad? Mogelijk - maar híer? In de verre omtrek waren niets anders dan boomkruinen, heidevelden en glinsterende vennetjes te bespeuren. De handelsstad Spor moest recht ten oosten van hier liggen, maar Spor was kleiner dan Saga en lag bovendien te ver weg. Het geluid kwam mogelijk van de weg die ze die ochtend verlaten hadden. Karren? Een handelskaravaan? Onwaarschijnlijk. Elvin spande al zijn zintuigen in om méér op te vangen dan alleen dat vage zoemen in de verte.
'Paarden', zei hij ineens hardop. 'Een leger.'
'Een leger? Er is geen oorlog,' zei Taris. Hij besteedde niet veel aandacht aan Elvins woorden omdat hij juist struikelde, maar Elvin had toch spijt dat hij hardop had gesproken. Hij zweeg verder en probeerde te bedenken wat het geluid te betekenen had.
Hij kon zich niet herinneren dat er oorlog was geweest vóór hij op weg ging - maar hij kon zich zoveel niet herinneren. Het moest Saga geweest zijn waaruit hij vertrokken was; hij kon zich de koningszaal nu duidelijk te binnen brengen, hoewel het gezicht van de koning vaag bleef. Van een oorlog stond hem niets bij. Hij had een opdracht gekregen, hij moest vertrekken, teruggaan naar zijn eigen volk... hij had een vrijgeleide van gewapende mannen gekregen... was het zo niet? En zou een machtig heerser zich met zulke trivialiteiten bezig houden als er een oorlog op til was?
En toch: wat kon het geluid anders zijn dan het stampen van vele laarzen, het geklop van vele, vele hoeven, en het ratelen van vele zware karren, het roffelen van oorlogstrommen? Kortom, wat kon het anders zijn dan een immens leger dat optrok?
Van legers had Elvin weinig verstand. Hij vermoedde dat hij, zelfs als hij zijn geheugen terug zou krijgen, daarin toch geen eigen ervaring met krijgsgeweld zou aantreffen. Vrede was voor de Floorn een voorwaarde zonder welke ze ten onder zouden gaan. Zelfs gevangenschap was een toestand die ze niet overleefden. De Floorn gingen oorlogen uit de weg, eenvoudig door zich fysiek te verwijderen, elders hun kampen op te slaan, ver weg van het hoefgetrappel en de kruitdamp, de branden en de lucht van bloed die de krijg met zich meebracht. En ook al was Elvin verbannen, of met een onuitvoerbare opdracht erop uitgestuurd, hij was er toch tamelijk zeker van dat hij gevlucht zou zijn als er oorlog had geheerst in Saga.
Bovendien bevestigde Taris dat er geen oorlog wás.
Toen viel er een schaduw over het pad. Bij het vage zoemen in de verte voegde zich verontrustend plotseling het zeer nabije geruis van vleugelslagen. De zon scheen verduisterd. Elvin keek op.


volgende pagina | vorige pagina | inhoud | landkaart

wordt vervolgd !


Geef uw commentaar hier:


ontwerp website: Omvision